Conflict en harmonie tussen wetenschap en het christelijke geloof
Deze website is voor mij een zoektocht naar de harmonie tussen wetenschap en geloof. Ik ben dus een gelovige en wil dat ook blijven. Maar wat brengt dit onderzoek op? Is het gemakkelijk om als wetenschapper te geloven?
Als voorbeeld neem ik Galileo Galilei:
In 1610 publiceerde Galilei zijn waarnemingen van de maan, de sterrenhemel, de Melkweg en de manen van Jupiter, allemaal gedaan met behulp van zijn telescoop, in zijn Sidereus Nuncius (Sterrenbode). Het jaar daarop kwam Galilei naar Rome om aan de jezuïeten van het Collegio Romano de telescoop te demonstreren. Hij werd toen ook lid van de Accademia dei Lincei.
Vanaf 1612 ontstond er verzet tegen Galilei's bewijzen voor een copernicaans, heliocentrisch wereldbeeld, dat niet in overeenstemming was met de opvatting van de Kerk dat de aarde het centrum van het heelal was. Galilei kwam weer naar Rome, ditmaal om zich te verdedigen. Kardinaal Bellarmino, die Galilei genegen was, vermaande Galilei op last van paus Paulus V in 1616 de copernicaanse theorie niet meer in het openbaar te verdedigen. In 1622 schreef Galilei zijn tweede boek, Il saggiatore, dat werd goedgekeurd en uitgegeven in 1623.
Al in de vroegchristelijke periode werd de metafoor van het boek van de natuur gehanteerd. Dit was een opvatting die de natuur ziet als een boek dat - naast de Bijbel – gelezen kan worden als een bron van godskennis. Vanaf Augustinus lag een nadruk op het belang dat op deze wijze ook ongeletterden tot die godskennis konden komen. In Il saggiatore breekt Galilei met de augustijnse traditie van de vijfde eeuw dat het boek van de natuur door iedereen gelezen kan worden, ook door ongeletterden. Het boek kan niet begrepen worden als men niet eerst de taal en de letters leert waarin het geschreven is. Het boek is geschreven in de taal van de wiskunde en zijn letters zijn driehoeken, cirkels en andere geometrische figuren en zonder die kennis is het menselijk onmogelijk ook maar een enkel woord [van het boek] te begrijpen.
In 1630 vroeg Galilei in Rome toestemming om zijn Dialogo uit te geven. Nadat aan de eis tot het aanbrengen van enkele wijzigingen was voldaan, kreeg het boek het imprimatur en werd het uitgegeven in Florence in 1632. In oktober 1632 werd Galilei echter alsnog opgeroepen om te verschijnen voor de kerkelijke rechtbank in Rome om zich te verantwoorden voor de uitgave van de Dialogo.[1]
Is het het lot van de oprechte wetenschapper om atheïst te worden (of agnost), of kan hij/zij zijn/haar geloof in de God van de Bijbel staande houden?
Eindnoten